Username   Password  
Remember   Register   |   Forgot your password?

Chapter 18 - Je ziel onderzoeken

Herrineringen komen terug en het verleden komt dichterbij, zijn hun iets goeds of slechts? Wie komt erachter en wie zal het stoppen? Of zullen zij het zelf tegenhouden? Vragen worden hier beantwoord. Seizoen 1!

Chapter 18 - Je ziel onderzoeken

Chapter 18 - Je ziel onderzoeken
~Exploring your mind~


Moe maar nog steeds vastberaden gingen we naar waar hij het over had in de brief. Op een of andere manier kon ik me geen voorstelling maken.

“Zeg eens, Atem. Droegen alle mannen rokken en jurken in jouw tijd?”

“Iedereen draagt iets anders, sommige dragen zelfs geen kleren of alleen een doek om zich heen.” Vertelde Atem rustig.

“Ge..ge..geen?! Vinden ze dat niet vernederend?” En ik stopte even met lopen van schrik.

“Dood normaal voor hun, zij hadden ook niet eens ondergoed zoals jullie nu hebben.”

Zo vertelde Atem meer over de gewoontes in Egypte zodat ik niet zou opvallen. Ik kwam er ook later achter waarom ik nooit zou mogen opvallen en zeker niet met Atem aan mijn zijde.

“En daar zijn we dan.” En we stonden voor een grot die naar beneden leed met een trap die eindeloos leek. Met open mond keek ik toen we beneden waren, daar was het bewijs dat alles wat Atem vertelde waar was.

“Maar hoe kunnen we vanaf hier nou..?” Mijn vraag werd al meteen beantwoord voor dat ik hem afmaakte. Hij stak 3 kaarten in de hoogte en plotseling wat onmogelijk leek te lijken begon er een fel licht te schijnen uit de steen waar op de graveringen stonden. Atem greep op dat moment snel mijn hand, en voor dat ik het wist, waren we daar. Helaas wel op een verkeerde plek, het was op een markt die Atem ook had beschreven. Iedereen keek ons aan want zij kennen Atem natuurlijk. Even later wist ik ook precies waarom, onze handen waren nog steeds aan elkaar geklemd.

“Prins! U bent terug.” En de man boog meteen en stond op één knie. Het duurde niet lang voor dat er meerdere van die mannen aankwamen met het zelfde pak aan. Ze leken eerst aardig, maar uit het niets grepen zij hun pijl en boog, messen en zwaarden.

“Atem help!” Riep ik waarneer één van hen mij greep. Maar hij kon zelf ook niks doen, ze zetten ons op een kar waarop we vastgebonden lagen voor een lange tijd. Het was één rechte weg waar ze ons naar toe trokken, al snel werd het mij duidelijk waar we heen gingen, het palijs van de farao. Even keek ik om, alleen toen ik terug wilde gaan kijken naar het palijs in zicht keek ik weer snel om naar Atem. Tranen stonden in zijn ogen, ik wist het zeker.

“Farao Akunamkanon, kijk eens wat we voor U hebben gevonden.” En de bewaker die terug als eerst voor Atem knielde maakte hem dit keer los en wierp hem op de grond als een stuk oud vuil.

“ATEM!” Ik wilde zo graag iets voor hem doen, maar het touw was te strak.

“Houd je eens rustig dametje, anders moet je voortaan..”

“Dit is genoeg mannen, zouden jullie even weg willen gaan? Ik wil hen even spreken, alleen.”

Op de toon die de farao sprak was het in ieder geval niks goeds wat hij wilde gaan zeggen, of misschien zelfs doen. Eenmaal waarneer de mannen waren verdwenen stond Atem’s vader op.

“Zoon, waarom gehoorzaam jij mij niet? Elfuna wacht nu al..”

“Ik wil niet vader!” sprak Atem, het was alleen niet zo’n goed idee. Zijn vader,Akunamkanon greep zijn gezicht en trok het omhoog van de vloer zodat ze oog in oog stonden.

“Is dat soms je reden?!” En hij wees mij aan.

“Doet ze je niet aan iemand denken?” Atem keek hem toen verward en kwaad aan.

“Probeer je me soms allerlei rare onzin bij te brengen? Zij is zij en er is niemand anders wie precies op haar lijkt, en zeker niet qua gedrag.”

“Wat moet ik toch met jou beginnen, als je niet eens weet wie je zelf bent. Mijn zoon, of kan ik beter zeggen…Demon?” Één traan viel toen voorzichtig die Atem al probeerde weg te houden sinds ze ons oppikten.

Nu liep Akunamkanon mijn kant op.
“En laten we eens kijken wat we hier hebben, een simpel klein meisje..waarvan er nog zo’n duizend van bestaan.” En hij maakte mij ondertussen los.

“Denk jij dat je goed genoeg bent, voor mijn zoon?”

“Ik,i..ik..”

“Ga, jij bent niet goed, genoeg.” Ik vluchtte op dat moment snel het palijs uit, alleen ineens hoorden ik voetstappen achter mij. Het was Atem, hij knipoogde naar mij en draaide zich vervolgens om.

“Je kan alles met mij doen, alles vader. Maar breek haar niet zoals je met mij al hebt gedaan.”
We verlieten toen het palijs, terwijl Atem één arm om mij heen sloeg.

Comments

Comments (0)

You are not authorized to comment here. Your must be registered and logged in to comment