Username   Password  
Remember   Register   |   Forgot your password?

Chapter 26 - En kan...

Herrineringen komen terug en het verleden komt dichterbij, zijn hun iets goeds of slechts? Wie komt erachter en wie zal het stoppen? Of zullen zij het zelf tegenhouden? Vragen worden hier beantwoord. Seizoen 1!

Chapter 26 - En kan...

Chapter 26 - En kan...
~And can’t…~

Bij de aankomst werd hij meteen naar de spoedafdeling gebracht. “Wat kan het zijn, verdomme!” Dacht ik bij mezelf, maar probeerde de hoop niet te verliezen. In de wachtruimten bleef ik maar aan mijn arm krabben, het deed verschrikkelijk veel pijn, maar ik kon er niet meer tegen.

Ik stond op en zocht naar de kamer waarheen hij werd gebracht.

“Zeg eens jongedame, wat doe jij hier zo alleen? Ben je verdwaald?”

“Breng me naar Atem!” en hij pakte mijn hand, maar hij liet het snel los vanwege al het bloed wat er langs liep. Toch kon het me niet schelen en zocht ik snel verder.

“Aah! Daar is het.” Voorzichtig sloop ik binnen zonder dat zij het door hadden. Ze hadden het er over dat zijn hart nog klopte, maar hij zelf niet meer ademde. Ik weet er dan niet zo veel vanaf, maar volgens mij is dat onmogelijk.

“Ga uit de weg!” Riep ik zowat automatisch.

“Maar hoe komt zij hier zo binnen?!”

“Doet er niet toe ,pak haar!” Ik nam Atem snel op mijn rug en ging naar huis. Het interesseerde me niet hoe goed hun diploma’s waren, ik wil hem niet kwijt. Ondertussen schoof ik alles van de eettafel en legde Atem er neer. Langzaam kwamen Joey en Yugi naar beneden, maar spraken geen woord.

“Dit is het enige wat ik kan doen met de informatie van hun.” Langzaam ging ik met mijn mond naar de zijne, ik probeerde te vergeten wat voor een betekenis het had en negeerde de blos op mijn gezicht in de reflectie van de spiegel. Dat was mijn eerste keer mond op mond beademing. Waarneer hij overeind schoot hield ik op, hij begon op dat moment te hoestte.

“Meru, ik heb het.” Sprak hij zacht.

“Wat heb je Atem?”

“Ik heb de kaartjes, voor de film.”

“Idioot, je was bijna dood!”

“Ik zal niet dood gaan, zolang jij dat niet wil.”

“Maar..Atem toch, je weet toch. Ik ben geen medicijn voor een eeuwig leven, ik ben niet het water in de woestijn als je kapot gaat van de dorst, en ik ben geen antwoord op al je vragen. Ik probeer alleen te helpen, en dat is alles wat ik kan.” Waarneer ik die woorden sprak greep Atem mijn hand en glimlachte alleen. Zijn hand voelde als ijs, terwijl die van mij warm was en bedekt met bloed. Toch ben ik nog steeds dankbaar voor deze wond, door deze wond weet ik zijn naam. Zonder deze wond waren we denk ik nooit dichter bij elkaar gekomen, dat weet ik zeker.

Comments

Comments (0)

You are not authorized to comment here. Your must be registered and logged in to comment