Username   Password  
Remember   Register   |   Forgot your password?

Chapter 2 - Dit raadsel leidt naar...

These stories are about ghosts. They're in dutch, maybe I'll write them in english to. But then people have to ask for it. ENJOY!!!

Chapter 2 - Dit raadsel leidt naar...

Chapter 2 - Dit raadsel leidt naar...
Dit raadsel leidt naar…


Twee jaar geleden hebben Christa en Ieris zich opgeofferd om twee ontsnapte gaos-geesten opnieuw op te sluiten. Bram had het er erg moeilijk mee gehad en was bijna een jaar niet meer naar school geweest. De ouders van Ieris eb Christa zorgden ervoor dat ze bij elke volle maan vrij waren en naar de Akelazee konden om Ieris en Christa op te gaan zoeken.


“Mam!!! Mam, waar ben je!! Het is al 4 uur!” Schreeuwt Bram door het hele huis. De telefoon ging en bram nam op: “Hallo met Bram Jansu.” “Hoi Bram met mama. Ik moet overwerken dus ik ben pas na 8 uur thuis, maak je zelf even wat te eten?” Zei Mevr. Jansu onzeker over de telefoon wachtend op een woedende reactie. “Mam! Het is vanvond volle maan, ben je Ieris soms al vergeten!!” Riep Bram kwaad terug over de telefoon. “Nee, natuurlijk niet. Maar ik kan nu echt niet weg, het is hier gewoon een gekkenhuis hier… Oh, Bram ik heb een andere lijn, momentje.” Antwoordde Mevr. Jansu. “Mam…” probeerde Bram nog en hing toen op. “Dan ga ik wel met Stella, die ouders gaan ook al niet.” Zei Bram vastbesloten tegen zichzelf en belde Stella op. “Hallo met Stella Xavier.” Zei Stella. “Hoi met Bram. Ga jij vanavond naar de Akelazee?” Vroeg Bram onzeker omdat Stella niet gou iets zou doen zonder het eerst te vragen. “Nee, pap en mam kunnen niet.” Antwoordde Stella. “Mijn vader en moeder kunnen ook niet, maar dat wil niet zeggen dat wij niet kunnen gaan.” Zei Bram bijdehand. “Oké, dat klopt. Dan gaan wij maar met z’ n tweeën.” Antwoordde Stella enthousiast. “Oké. Dan zie ik je over 5 minuten bij jou thuis.” Stelde Bram voor. “Is goed, dan zie ik je zo.” Antwoordde Stella opnieuw. Rrrrr, rrrrr, het mobieltje van Bram ging af. “Hoi.” Zei Bram. “Hoi met tommy. Eeh, heb jij vanavond iets te doen?” Vroeg Tommy, de beste vriend van Bram. “Ja hoezo? Moet je, je kamer soms weer opruimen ofzo?” Zei Bram lachend. “Ja dat ook, maar mijn ouders zijn vanavond weg. Dus… je weet wat dat betekent.” Probeerde Tommy. “Nee ik kan echt niet, ik ben onderweg naar Stella en dan gaan we naar het strand.” Legde Bram uit. “Ooooh… heb je een dait??” Zei Tommy uitdagend. “Nee joh, we gaan naar Ieris en Christa.” Zei Bram lachend maar ook wel een beetje geïrriteerd omdat Tommy er al een poosje mee aan het klooje was, want Stella en Bram gingen de laatste twee jaar best veel met elkaar om. “Mag ik mee?” Vroeg Tommy bijna smekend. “Ik beloof je om je er niet meer mee te klieren.” Voegde hij er onzeker aan toe, want hij kon er moeilijk mee ophouden maar Tommy wist ook dat Bram en Ieris heel veel op elkaar leken en dat je, je dus ook echt aan je woord moest houden. “Oké dan, maar ik hou je er aan hé. Ik ben nou bij Stella. Zien we je zo bij de snackbar oké? ”Zei Bram. “Jep, ‘k zal er zijn.” Antwoordde Tommy. “Als je er niet bent lopen we gewoon door want het is al laat, en ik wil het voor geen goud missen.” Voegde Bram eraantoe en hing op. Bram klopte op de deur van Stella’s huis en Stella kwam naar buiten. “Toen zei Bram: “Uuh… Tommy gaat ook mee, vind je toch niet erg hé?” “Welke Tommy, die hyperactieve clown?” Antwoordde Stella. “Haha, ja die bedoel ik.” Zei Bram met een brede grijns op zijn gezicht. “Oké, is hoed.” Zei Stella lachend. Bram keek haar aan en merkte dat ze hem voor de gek hield en lachte zachtjes. Na een paar minuten waren ze bij de snackbar en daar stond Tommy te wachten, Tommy rende naar ze toe en vroeg hoe dat oproepen te werk ging en of het niet gevaarlijk was. Stella legde alles uit en Bram liet hem de spullen zien. Bij het strand aangekomen legde Stella een dekentje neer waar ze met z’ n drieen op gingen zitten totdat het volle maan werd en de vloed kwam opzetten. Bram pakte de spullen uit en legde ze goed neer, en Stella had ondertussen aan Tommy uitgelegd dat hij muisstil moest zijn. Terwijl Bram en Stella de spreuk oplazen zat Tommy ademloos te kijken naar wat er gebeurden. Uit het diepe, donkere water kwamen twee doorzichtige, uit water opgebouwde, lichtgevende meisjes aan gelopen met allebei een lacht op hun gezicht. Het waren Ieris en Christa, ondertussen stond Tommy met open mond te kijken. “Het komt goed uit dat jullie met z’ n tweeën zijn. Nou ja tweeën, uuhm Tommy is het niet? Niks verandert hé?” Zei Ieris. “ Lang niet gezien.” Voegde ze eraan toe en stak haar hand uit om Tommy een and te geven. “Ze doet niks hoor.” Zei Bram lachend. “Hoezo ze doet niks hoor, ze is dood man!!” Zei Tommy half schreeuwend. “Ja ik zou maar oppassen als ik jou was.” Zei Christa uitdagend. “Ze heeft vandaag nog niks gegeten.” Voegde ze er lachend aan toe. “Ja, haha. Heel grappig hoor.” Zei Tommy geïrriteerd en liep weg. “Tommy… Tommy kom terug, ze plagen maar wat.” Probeerde Bram om Tommy terug te halen. “Laat hem maar even. Het moet even tot hem door dringen. En het komt trouwens toch tere uit dat jullie met z’ n tweeen zijn want we moeten even iets belangrijks vertellen.” Zei Ieris en legde een hand op Bram’s schouder. “Hoezo? Wat is er dan?” Vroeg Stella onzeker. “Er zijn weer rare dingen gebeurd.” Begon Christa. Wat voor dingen dan?” Vroeg Bram. “Nou, dingen die niet iedere dag gebeuren, vrouwen die heen en weer slingeren in hun kamertje in een vrouwen gesticht, een kindje van 3 die haar ouders zo goed als vermoorde omdat ze naar bed moest bijvoorbeeld. Oh en dat meisje had rode pupillen. We hebben gisteren een paar andere offers gesproken zij hebben nu ook de geestkracht van het water.” Viel Ieris in. “Ja en zij zijn gisteren opgeroepen en hebben dat te horen gekregen.” Ging Christa verder. “We hebben hier alle informatie die we konden verzamelen. We hebben aan bijna iedereen gevraagd of ze er iets van wisten, maar er waren niet veel Waterspirits die er iets van wisten.” Voegde Ieris daar weer aan toe en gaf een paar mappen af die volgepropt waren met een hoop kaarten, eeuwen oude brieven, documenten over alle soorten geesten die er bestaan en losse blaadjes die uit een boek gescheurd waren. “ Ja, maar de waterspirits die er wel iets van wisten, wisten er ook heel wat vanaf.” Zei Christa. “Ooh… ook heb ik dit boekje nog gevonden.” Zei Ieris. “Ik heb ook nog wat boeken gevonden” zei Christa en gaf twee dikke boeken en een klein, dun boekje aan Stella. “Jullie kunnen nu maar beter gaan want de meeste dingen gebeuren bij het water na middernacht en gewoon in het donker, kortom veel bij die mooie glinsterende grotten. Dus jullie kunnen maar beter gaan.” Zei Ieris en keek Bram tevreden aan. “We verdenken een paar verdreven Waterspirits, want zei reageerde heel erg geïrriteerd toen we hun iets vroegen over de gebeurtenissen.” Zei Christa er nog gou bij. “Oké, fijn jullie weer gezien te hebben.” Zei Stella. “Ooh… Ik ben nog wat vergeten te zeggen.” Zei Ieris en voegde eraantoe: “In mijn kamer liggen misschien nog spullen die jullie kunnen gebruiken. En jullie kunnen er ook in werken, er is genoeg ruimte en er zijn genoeg spullen om mee te werken. Oké?” “Oké, bedankt. We zien jullie snel weer.” Zei Bram. Ieris en Christa liepen richting diepwater en sprongen daar omhoog waarna ze vervolgens uit elkaar spatten en als twee fonkelende lichtjes in het water verdwenen. Bram, Stella en Tommy liepen naar huis. “Wat gebeurde daar? Ik bedoel waar zijn ze gebleven? En wat was er? Ik heb het niet helemaal kunnen volgen.” Vroeg Tommy “Het lijkt me ook beter dat je het niet weet. Zoals je net freakte was echt niet cool man. En trouwens, je ziet nog steeds hartstikke bleek.” Antwoordde Bram. “Hee ik freakte niet, ik schrok gewoon. Je ziet niet iedere dag twee van water opgebouwde meisjes uit het water verschijnen, tenminste ikke niet. Oké!” Zei Tommy kwaad. “Oké, oké. Is al goed.” Zei Stella lachend. “Nou, vertellen jullie nog wat er aan de hand was of niet” zei Tommy zo overtuigend mogelijk. Bram stopte en zei bijna kwaad: “Nee. Je krijt het niet te weten oké. Dit is iets tussen ons! Mag dat of moet je dit ook weten!” “Oh, ja! Tuurlijk, dit is tussen jou en Stella!!! Precies zoals het altijd gaat. Je hoort je beste vriend te vertrouwen oké. En niet het zusje van je zus d’r beste vriendin.” Antwoordde Tommy woedend en liep weer kwaad en hard door. “Tommy… Tommy wacht nou even!” Riep Bram. Tommy stopte en draaide zich om en zei: “Waarom zou ik.” “Dan kan ik het je tenminste proberen uit te leggen.” Antwoordde Bram. Bram lief naar hem toe en zei toen: “Ieris en Christa hegben van alles meegemaakt en wij weten daar alles van oké. Nou is er iets aan de hand en Stella is hier gewoon bij betrokken. Stap je. Het is echt niet zo dat ik of Stella jou niet vertrouwen. Je bent er gewoon nog niet aan toe.” Tommy keek Bram aan, vervolgens keek hij naar Stella en zei lachend en bijdehand: “Oké. Maar ik wil nog steeds weten waar het nou over ging.” “Nee. Ik zei toch dat dit tussen ons was. Ma ja, blijf in het donker bij de zee vandaan en kom niet in de Caherrte-Quntiyst rotsen oké.” Goed als jij, m’n beste vriend het me niet wil vertellen ga ik wel naar de Akelazee om er zelf achter te komen.” Zei Tommy kwaad en eigenwijs. “Nee Tommy doe het niet. Denk je dat ik dit voor niks zeg!! Tommy kom terug. Tommy!” Riep Bram gekwetst dat zijn beste vriend hem niet vertrouwt. “Kom op dan gaan we achter hem aan voordat hem iets overkomt. Heb je trouwens je fototoestel bij je.” Vroeg Stella aan Bram. “Oké. Maar waar hebben we dat fototoestel voor nodig?” Zei Bram. “Voor als er een van die wezens verschijnt.” Antwoordde Stella. “Oohw… oké. Uuh ja ik heb mijn fototoestel bij.” Antwoordde Bram. Aangekomen bij het strand was Tommy in het water gaan staan. “Tommy nee. Tommy kom het water uit! Dit word je dood! Kom eruit, Tommy ik smeek ‘t je! Tommy toe nou, asjeblieft.” Zei Bram smeekend, doods benoud en hartstikke bezorgd. “Nee. Als dit de enige manier is om erachter te komen dan heb ik het er voor over oké!” Schreeuwde Tommy overstuur. “Goed, ik vertel je morgen op school, alles maar met de voorwaarde dat Stella er ook bij is. En kom nou uit dat water!!!” Zei Bram. Tommy keek bram aan. Bram zag dat Tommy had staan huilen omdat hij het zo erg vond om ruzie te hebben met Bram. Tommy keek Stella aan die meet een teleurgesteld gezicht nee knikte om wat Tommy, Bram had aangedaan.

De volgende dag fietsten Bram en Tommy naar school. “Je gaat het me toch wel vertellen hè?” Vroeg Tommy onzeker. “Ja tuurlijk, dat heb ik je toch beloofd. Je weet toch dat ik me altijd aan m’n belo0fte hou.” Zei Bram. “Dat klopt wel, ma misschien was je het vergeten.” Antwoordde Tommy. Bram en Tommy fietste het schoolterrein op en zette hun fietsen in de fietsrekken. De schoolbel ging en iedereen ging naar binnen. Even later zaten ze in de klas en Tiena (de lerares) was er nog niet. Bram en Tommy keken elkaar gespannen aan. Bram hoorde dat Mr. Sidget op de gang aan het praten was met Tiena. ‘Wat is er aan de hand?’ Dacht Bram. De deur ging open, Mr. Sidget en Tiena kwamen binnen gelopen. Tiena ging achter haar bureau zitten alsof er niks aan de hand was. Mr. Sidget keek met een serieus gezicht door de klas heen en stopte bij Bram. “Bram kom je even mee?” Vroeg Mr. Sidget. Bram stond op en liep mee met Mr. Sidget. In het kantoortje van Mr. Sidget zag Bram Stella zitten. Ze keek naar Bram en daarna draaide ze haar hoofd weer naar de grond. “Wat is er aan de hand?” Vroeg Bram aan Stella. “Er zijn mensen die ons gisternacht bij Ieris en Christa hebben gezien.” Antwoordde Stella. “Hoe bedoel je? Ik bedoel wanneer?” Stotterde Bram. “Een rondhangend groepje jongeren heeft jullie gisteravond bij de Akelazee gezien samen met jullie zussen.” Zei Mr. Sidget. “Wat voor kunsjes halen jullie uit?” Voegde hij eraantoe. “Ja en? Wat maakt het eigenlijk uit dat wij contact zoeken met onze zussen?” Vroeg Bram bijdehand en uitdagen tegelijk “Je hoort doden te laten rusten en geen grapjes mee uit te halen!” Zei Mr. Sidget geïrriteerd. “We halen helemaal geen geintjes uit! We houden gewoon contact met onze zussen, wat is daar nou weer mis mee?!” Zei Bram woedend. “Je laat het om geintjes als deze uit te halen. Heb je dat goed begrepen?” Zei Mr. Sidget. “Ja ik heb je begrepen.” Zei Bram behoorlijk brutaal. “Goed.” Zei Mr. Sidget op het antwoord van Bram. Stella begon een beetje gemeen te lachen en toen zei Bram: “Maar ik doe er niks mee. Jij kunt mij niet zeggen wat ik wel en wat ik niet mag doen buiten school om. Ik doe wat ik wil en sowieso jij hou mij niet tegen.” Zei Bram met een Vrede grijns op zijn gezicht. Stella schoot in de lag. “Wat is er zo grappig Stella?” Vroeg Mr. Sidget met een serieus gezicht aan Stella. “Gewoon dat… Aach wat laat ook maar.” Zei Stella nog steeds lachend. “Stella ik vroeg wat er zo grappig was en dan hoor jij gewoon antwoord te geven.” Zei Mr. Sidget geïrriteerd. “Dus wat was er nou zo grappig?” Voegde hij er nog aan toe. “Niks.” Antwoordde Stella. “Er was wel iets anders hoef je ook niet te lachten.” Zei Mr. Sidget terwijl zijn gezicht zo rood als een tomaat werd. “Eeh, sorry hoor. Ma jij vroeg mij iets en ik geef gewoon antwoord. En daar moet jij het dan maar mee doen.” Mr. Sidget was over de rooje. “Ik vraag het je nog een keer en als je dan niet zegt wat er nou zo grappig was hoef je de rest van het jaar niet meer terug te komen.” Zei Mr. Sidget. “Ooh wat een moeilijke keuze. Ik wou het alleen niet zeggen omdat jij er anders nog bozer over werd. Ma goed je hebt er zelf om gevraagd… Als jij denkt dat Bram of ik naar jou luisteren als jij zegt dat wij buiten school om geen contact mogen zoeken met onze zussen dan ben je echt niet goed snik. Wij doen en laten toch wat we willen net als onze zussen. Of jij het nou goed vind of niet, dat maakt ons echt niks uit als jij dat denkt.” Antwoordde Stella op een eigenwijze mannier maar ook een beetje boos. Nu was Mr. Sidget het echt zat en schorste Bram en Stella voor een maand. Stella en Bram gingen terug naar hun klas en pakte hun spullen in en gingen naar de bietsrekken. Mr. Sidget ging nog een keer naar de klas van Tiena, nu vroeg hij of Tommy mee wilde komen. Tommy liep met Mr. Sidget mee. “Tommy, wat deden Bram en Stella bij de Akelazee?” Vroeg Mr. Sidget met een gemene grijns op zijn gezicht. “Hoe bedoel je, wat deden Bram en Stella bij de Akelazee?” Vroeg Tommy zo onschuldig mogelijk. “Nou jij bent de beste vriend van Bram, dus ik dacht jij weet er vast wel meer van.” Antwoordde Mr. Sidget. “Ik weet alleen dat ze hun zussen bij iedere volle maan oproepen.” Vertelde Tommy aan Mr. Sidget. “Zoiets bestaat niet.” Zei Mr. Sidget. “Ooh nee? Volgens mij heeft Bram het je ook al gezegd.” Zei Tommy. “Dat klopt maar toch zoiets kan gewoon niet. Vertel me nu gewoon de waarheid van wat er gisteravond is gebeurd bij de Akelazee.” Antwoordde Mr. Sidget. “Als je het nu niet verteld word jij ook geschorst!” Zei hij zei Tommy bijdehand en met een bede grijs op zijn gezicht boos. “Ik kan niets vertellen wat ik niet weet.” Zei Tommy, en voegde er nog bijdehand achteraan: ”Dan word ik maar geschorst. Als je denkt dat ik daar mee zit dan heb je het goed mis.” “Oké. Als da zo is dan kun je het hebben ook. Je bent geschorst Tommy, ga je spullen maar halen en vertrek dan.” Was het antwoord van Mr. Sidget. “Yes, eindelijk vrij van school!!!” Juichte Tommy en liep weg. Nadat Tommy zijn fiets gepakt had ging hij naar het huis van Stella. Daar aangekomen belde hij aan, een dikke brede man deed open en vroeg toen: “Wa mot je?” Toen vroeg Tommy naar Stella. Na een poosje kwam ze naar buiten. “Stella, kom je mee naar Bram?” Vroeg Tommy. “Uuh… Ja, oké. Maar wat doe jij uit school?” Antwoordde Stella. “Wat doe jij uit school?” Vroeg Tommy bijdehand. “Ik ben geschorst net als Bram.” Antwoordde Stella. “Nou… en wat doe jij dan uit school?” Voegde Stella eraan toe. “Ik itemdito.” Antwoordde Tommy. “Ben jij ook geschorst?” Vroeg Stella verbaasd. “Jep. Ik wist niet precies wat jullie gisteravond deden, behalen dat jullie, jullie zussen aan het oproeppen waren. En dat heb ik ook gezecht. Maar dat geloofde Mr. Sidget niet. Dus heeft hij mij geschorst.“ Legde Tommy onderweg naar Bram uit. “Dus, als ik het goed begrijp ben jij geschorst omdat jij iet wist wat Bram en ik aan het doen waren? Hoezo klopt dat niet. Daarom mag je helemaal niemand schorsen.” Zei Stella om alles even op een extra dage vrij te krijgen.” Antwoordde Tommy bijdehand. Na nog wat gepraat te hebben kwamen Stella en Tommybij Bram’s huis en belde aan. Mevr. Jansu opende de deur en zei: “Stella, Tommy. Wat doen jullie hier?” “We komen voor Bram.” Antwoordde Tommy. De moeder van Bram keek teleurgesteld naar Tommy en Stella en zij toen: “Sorry jongens, maar Bram heeft huisarrest.” “Waarom dan? Als ik vragen mag.” Vroeg Stella onzeker. “Hij is geschorst en zegt dat, dat komt omdat een klasgenootje jullie ‘s nachts bij de zee had gezien. En dat die dat had verteld bij Mr. Sidget die jullie toen had geschorst.” Terwijl ze van teleurgesteld gezicht naar een beetje boos veranderde, keken Bram en Stella elkaar aan en zeiden toen tegen de moeder van Bram dat het allemaal waar was. En natuurlijk ook dat Tommy ook was geschorst mar dan omdat hij niet precies wist wat Bram en Stella aan het doen waren. De moeder van Bram keek de twee kinderen een poosje verward aan en zei toen: “Maar daarvoor mag je helemaal niemand schorsen.” “Jah, dat weten we. Maar wat kunnen wij eraan doen. Als we dat tegen Mr. Sidget zeggen maakt het hem toch niet uit, of word het erger. En als hij niet in een goede bui is dan maken we het alleen nog maar erger.” Reageerde Tommy bijdehand op wat Mevr. Jansu had gezegd. “Dat klopt.” Zij Mevr. Jansu. “Maar ik ben benieuwd wat hij tegen mij te zeggen heeft.” Voegde Mevr. Jansu er boos aan toe. Met een grote grijs op haar gezicht riep ze ram naar beneden en gingen met z’ n vieren naar school.

Op school aangekomen klopte Mevr. Jansu op de kantoordeur van Mr. Sidget. “Binnen.” Zei Mr. Sidget en Mevr. Jansu ging naar binnen. “Mevr. Jansu?” Zei Mr. Sidget vergaast. “Wat doet…” zei Mr. Sidget toen Mevr. Jansu hem onderbrak en kwaad zei: “Mondt dicht Sidget! Waar haal je het lef vandaan om mijn zoon en zijn vrienden om zo’n belachelijke reden te schorsen?! En wat heb jij er trouwens mee te maken wat ze buiten school om doen?” Mr. Sidget keek haar verbaast aan en wist niet dat er buiten zijn kantoor drie kinderen zich helemaal kapot zaten te lachten. “Als jij je nog één keer met de dingen bemoeid die mijn zoon buiten school omdoet, klaag ik je aan wegens schending van privacy! Heb je dat goed begrepen!?” Zei Mevr. Jansu nog en liep weg. Bram, Stella en Tommy stonden snel op en gingen met hun rug tegen de muur aanstaan. Toen de deur van Mr. Sidget’ kantoortje dicht viel schoten de drie kinderen weer in de lach. Maar niet alleen de kinderen, Mevr. Jansu kreeg een rood hoofd en begon ook te lachen en zei toen: “Hij zeek bijna in zijn broek!!!” Ze liepen alle vier lachend naar huis. Toen Tommy wou afdraaien vroeg Bram of hij mee wilde komen met Stella en hem. “Tuurlijk!” Was het antwoord van Tommy, en ging samen met Bram en Stella naar de Akelazee. Bij de Akelazee aangekomen legden Bram en Stella alles aan Tommy uit. Tommy was een poosje stil en keek verbaast naar Bram en Stella, toen zij hij” Oké, nu snap ik dat jullie zo veel et elkaar optrekken.” Het begon donker te worden en Bram, Tommy en Stella zaten nog op het strand. Toen plots zegen ze allemaal schimmen over het water heen lopen en in een keer waren ze weer weg. Zagen jullie dat ook?” Vroeg Tommy verbaasd. Bram en Stella knikten van ja, en stonden op. Bram gebaarde Tommy dat hij ook op moest staan. De ‘Schimmen’ kwamen weer terug maar nu waren ze veel dichterbij. “Rennen… Rennen!!!” Riep Bram snel en zette ‘m op een rennen. Terwijl Tommy en Stella hem volgden zagen ze dat Bram niet meer vooruit kwam maar achteruit ging. Al gou keerde Bram zich om en rende in en boogje om Tommy en Stella heen om de schimmen te mislijden en rende toen weer vooruit. Stella had er ook last van en deed hetzelfde als Bram. Maar Stella had een fototoestel in de vorm van een pen in haar zak, en maakte terwijl ze door de bocht ging een foto.

De volgende dag liet Stellade foto’s die ze had gemaakt, inclusief de foto van de ‘schimmen’ ontwikkelen. Toen Stella de foto’s terug had, ging ze langs Tommy en samen gingen ze naar Bram om in het bijzonder die foto te bekijken. Op de foto zagen ze dat het geen schimmen waren maar net als Iris en Christa Waterspirits. De reden dat het schimmen leken was omdat ze zwarte mantels droegen. De foto was een enorme hulp omdat je de gezichten van de spirits goed kon zien. Bram maakte een kopie van de foto en nam hem mee naar de Akelazee waar Iris en Christa stonden te wachten. Toen Bram, Tommy en Stella dichterbij kwamen zegen ze dat Iris en Crista behoorlijk boos keken. Tommy opende meteen zijn grote mond en zei sarcastisch: “Wa kijken jullie gezellig.” “Daar hebben we een rede voor.” Antwoordde Iris boos en voegde eraan: “Als je zo vriendelijk zou willen zijn om even daarginds te gaan staan?” Tommy liep als een mak lammetje naar achter en ging daar op het gras zitten. “Bram, Stella, hoe konden jullie zo stom zijn om rond de avond op het strand te komen terwijl we het jullie ten strengste afgeraden hadden.” Begon Christa kwaad. “Sorry, ma geloof het of nie, we wouden niet zo lang blijven. Het werd gewoon sneller donker dan waar we op gerekend hadden. En we waren Tommy alles aan het uitleggen, daardoor vergaten we ook nog de tijd. Maar nu kan ij ons ook helpen.” Zei Bram waardoor Iris en Christa weer wat bedaarden. “Oké. Voor deze ene keer dan.” Zei Iris en riep Tommy er weer bij. “Waarvoor waren jullie vanavond eigenlijk gekomen?” Vroeg Iris. “Da vertel ik zo wel, maar hoe weten jullie eigenlijk dat wij gisteren op het strand waren?” Vroeg Bram nieuwsgierig. “Dat hebben wij van andere Waterspirits gehoord.” Antwoordde Christa. “We hebben wat interessants gevonden.” Zei Stella en liet de foto zien. Toen zei Iris tegen Christa: “Zie jij wat ik zie???” “Ik denk het wel.” Antwoordde Christa en zei toen tegen Bram, Stella en Tommy: “Dit zijn de Waterspirits die ons gisteren vertelde dat jullie op het strand waren.” “Ja maar ze hebben zeker niet verteld dat ze ons probeerde te vermoorden.” Reageerde Tommy sarcastisch. “ZE HEBBEN WAT GEDAAN!!!” Schreeuwde Iris, ze draaide zich om en schoot een enorme waterbal af. Iris draaide zich wat opgelucht om en zag dat Bram en Stella er een beetje geschrokken bijstonden en dat Tommy Blauw van angst was. “Sorry.” Zei Iris verontschuldigend. “Ieris, kijk eens goed naar die drie middelste in de tweede rij.” Zei Christa bedenkelijk tegen Iris. “Zijn dat niet Alleera, Colleen en Marjolein samen met de verstoten Waterspirits?” Antwoordde Iris verontwaardigd en vroeg toen aan Bram, Tommy en Stella: “Kunnen we deze foto meenemen?” “Tuurlijk, we hebben er een kopie van gemaakt.” Antwoordde Stella. “Nou ga mar gou naar huis. Dan gaan wij eens een hartig woordje met deze Waterspirits houden.” Zei Iris en gebaarde Bram, Tommy en Stella dat ze moesten gaan. Nadat Bram, Tommy en Stella weg waren gingen Iris en Christa ook.

Een week later gingen Bram, Tommy en Stella weer naar de Akelazee om de uitslag te ontvangen van de gesprekken die Iris en Christa zouden houden. Voordat ze op het strand waren zag Bram een hoop licht vanuit de zee komen. Hij pakte de fotopen van Stella, gebaarde dat Tommy en Stella daar moesten blijven, ging op een heuveltje op zijn buik liggen en keek wat er gebeurde. Toen zag Bram dat het de Waterspirits waren die ze al een keer eerder hadden gefotografeerd. Hij kroop wat dichterbij en bleef weer stil liggen om te kijken wat er nou precies gebeurde. Hij zag een klein meisje het water inlopen en de Waterspirits kwamen op haar af. Bram schrok er zo van dat nadat hij de foto's gemaakt had hij met stenen naar de Waterspirits gooide. Om ze goed te kunnen raken riep hij de namen die hij wist doordat Iris die had gezecht. Toen het kleine meisje zich omdraaide zag Bram dat haar pupillen rood waren. Hij maakte een foto en rende zo hart als hij kon om weg te komen. Het lukte hem net omdat hij de Waterspirits al had verward met de stenen. Hij rende naar Tommy en Stella maar hoorde ook dat het kleine meisje krijsend achter hem aankwam. Bram schreeuwde tegen Stella dat ze Tommy mee moest nemen en gooide de fotopen nog naar Tommy. Toen Bram een bocht wou maken struikelde hij over een rots en viel op de grond. Het meisje kwam dichter bij, dus gooide Bram zant in haar gezicht en om het wat langer te laten duren zodat hij weg kon komen, gooide hij nog een steen na. Bram rende zo hard hij kon, rechtstreeks naar de schuilplaats waar Tommy en Stella ook zaten. Toen Bram weer wat op adem was gekomen en z'n kleur weer een beetje terug had vroeg hij aan Tommy of hij de fotopen had opgevangen. Wanneer Tommy van ja knikte voelde Bram zich al wat rustiger. Toen Stella voetstappen hoorden was iedereen doodstil. Door een klein gaatje konden ze zien of het, het meisje was. En ja hoor, zij was het. Maar op de een of andere mannier zag ze er heel anders uit. Een paar minuten nadat ze het meisje niet meer zagen zei Bram zacht: "Op drie rennen we zo hard mogelijk naar het dicht bijzijnde restaurantje of café-tje. Oké." Tommy en Stella knikten instemmend. En zo gebeurde het, wanneer Bram 'drie' zei, rende ze met z'n alle naar het café-tje aan het eind van de straat. Ze hoorde aan het gekrijs dat het kleine meisje weer achter hen aan zat en gingen gou het café-tje in. Ze zagen dat het meisje verdween, het leek wel alsof ze opgelost was. Het enige wat er over was, was wat stof. Stella keek op haar horloge en zag dat het al half 2 was en dat ze maar beter een taxi konden bellen. Toen zei Tommy: "Oké, wie heeft er geld of een telefoon bij?" Bram en Stella keken elkaar aan en haalde hun schouders op, toen zei Stella: "Dan moeten we vragen of we hier mogen bellen." Terwijl ze door de massa mensen wurmden hielden ze elkaars hand vast. Bij de bar aangekomen vroeg Tommy of dat ze mochten bellen, dat mocht. Na een paar minuten kwam de taxi, Bram, Tommy en Stella bedankte de barman en gingen snel naar de taxi. De man zette iedereen netjes thuis af, maar vroeg een ontzettend hoog bedrag. Bram vroeg of dat de man even zou willen wachten dan zou hij het geld halen. Bram rende naar binnen en vroeg zijn moeder die ongerust aan kwam lopen om het geld. Toen Bram het geld had bracht hij het snel naar de taxichauffeur en ging weer terug naar binnen. Even later toen Bram naar boven wou gaan, vroeg Mevr. Jansu waar hij had gezeten. Toen vertelde Bram het hele verhaal bij de Akelazee, waarop Mevr. Jansu zei: "Bram, je kunt me van alles wijs maken, maar dit gaat wat ver. Een meisje met rode ogen dat achter jullie aankwam?" Bram was beledigd en dacht bij zichzelf: waarom geloofde ze wel de dingen die Iris die tijd zei en niet wat hij vertelde? En liep naar de kamer van Iris pakte de boeken die ze hadden gekregen en begon te zoeken onder gloeiende ogen. Nadat hij het halve boek had doorgebladerd kwam hij eindelijk iets over gloeiende ogen tegen maar dat was over het hele oog en niet over rode irissen. Nadat hij alle boeken had doorzocht kwam hij aan bij het kleine boekje dat Christa aan Stella had gegeven. Daar op de eerste bladzijde stond het al, het kleine meisje was bezeten door de geest: Agatha Alleera Zandra, de geest van de kwelling. Toen bram verder las kwam hij erachter dat ze de geest moesten verdrijven uit het meisje voordat het te laat was. Overdag houd ze (de geest) zich in de Caherrte-Quntiyst rotsen verscholen, dus konden hij, Tommy en Stella, het meisje ondervragen.

De volgende dag belde Bram, Stella en Stella, Tommy. Ze kwamen bij de snackbar bij elkaar en gingen vervolgens opzoek naar het meisje. Na ander half uur hebben rondgelopen en gevraagd of iemand het meisje kent, wouden ze het maar opgeven. "Dit heeft geen zin." Zei Tommy uitgeput, maar toen zei een vriendelijke stem achter hen: "Wat heeft geen zin? Zijn jullie soms iets kwijt?" Bram, Tommy en Stella keken met een ruk om en zagen daar een vrouw staan met striemen in haar nek, het leek wel alsof iemand haar geprobeerd heeft te wurgen. Toen zij Stella: "We zijn eigenlijk niet iets kwijt, maar iemand." Waarop de vrouw antwoordde: "En wie zijn jullie dan kwijt?" "Dit meisje." Zei bram, en liet de vrouw de foto zien. Toen de vrouw begon te huilen keken Bram, Tommy en Stella verbaast op. Toen vroeg Tommy: "Wat is er?" "Dit meisje is mijn dochter." "Heeft zij dat soms gedaan?" Vroeg Tommy terwijl hij een stomp van Bram en Stella in zijn zij kreeg toen hij naar de nek van de vrouw wees. De vrouw keek op en zei toen verbaasd: "Hoe weet je dat?" "Mijn zus, Iris en de zus van Stella hier, die heet Christa. Zij zijn sinds twee jaar terug Waterspirits geworden. Dat zijn ze geworden door de volgende gebeurtenis - Bij hen op school gebeurde rare dingen waar hun een antwoord op gingen zoeken. Toen kwamen ze erachter dat er twee gaos-geesten waren ontsnapt, maar ze kwamen er half tot hun spijt ook achter hoe ze de gaos-geesten weer konden opsluiten. Dat was door twee offers de zee op te laten gaan en een spreuk uit te zeggen tussen de Pijlrotsen. Nou Iris en Christa hebben zichzelf als offers opgesteld en waren de zee opgevaren, ze lazen de spreuk op met de kettingen die er ook voor nodig waren en zijn toen verdwenen. - Iris heeft mij de avond van tevoren uitgelegd hoe wij contact met haar konden houden. En dat doen wij nog steeds. Eerst kon het alleen bij volle maan maar nu kan het ook gewoon tegen de avond, maar het is gevaarlijk, want er is een geest. Deze geest maakt iedere avond gebruik van uw dochtertjes lichaam." Legde Bram uit aan de vrouw. Toen vroeg Stella of dat ze het dochtertje van de vrouw mochten ondervragen, en dat mochten ze. De vrouw nam Bram, Tommy en Stella mee naar haar huis en riep Tiffanie. Na enkele minuten kwam Tiffanie naar beneden en vroeg aan haar moeder wat er was. Pas toen haar moeder haar had gezecht dat Bram, Tommy en Stella wisten wat haar mankeerde wou ze wel naar hen luisteren. Bram naam het woord en legde alles aan Tiffanie uit. Hij vertelde ook dat ze hen moest vertrouwen om Agatha Alleera Zandra, geest van de kwelling te verdrijven en dat het ook veel energie koste. Tiffanie keek haar moeder aan, die instemmend knikte. Toen zei Tiffanie met een trillerig stemmetje: "Oké. Ik zal met jullie mee gaan. Maar dan moeten jullie me wel vertellen wat ik zoal gedaan heb." Daarop zei Stella onzeker: "Wil je dat echt weten? Het is niet jou fout, want technisch gezien heb jij niks gedaan." "Ja, dat weet ik zeker." Antwoordde Tiffanie vastbesloten. Aangezien Tommy helemaal niet wist wat er zoal vooraf gebeurd was gebaarde hij dat hij niks te zeggen had, dus nam Bram weer het woord en zei: " Je hebt vrouwen heen en weer laten slingeren in hun kamertje in een vrouwen gesticht, maar dat had ook de geest alleen kunnen zijn. Je hebt geprobeerd je ouders te vermoorde omdat je naar bed moest. En meer weten wij ook niet. Maar als je graag een keer met iemand zou willen praten die er meer over weet en er verstand van heeft kun je Tommy, Stella of mij bellen en dan gaan wij een keer met jou naar onze zussen. Oké? Hier heb je ons telefoonnummer." Zei Bram tegen Tiffanie. Tiffanie begon te huilen en sprong in haar moeders armen. Toen vroeg ze aan haar: "Heb ik dat echt gedaan?" Haar moeder knikte van ja, maar zij toen ook: "Maar je kon er niks aan doen, je was bezeten door een kwade geest." Doordat ze dat zei was Tiffanie weer gerustgesteld. Opeens schoot Bram iets te binnen over wat hij had gelezen over met geesten om kunnen gaan en zei nog tegen Tiffanie: "Tiffanie, weet je trouwens dat je een bijzondere gave bezit? Jij kunt met geesten praten zonder er iets voor te hoeven gebruiken." Tiffanie keek Bram aan en glimlachte. Bram, Tommy en Stella namen afschijt en spraken af dat Bram nog zou bellen over hoe, waar en wanneer. Toen Bram, Tommy en Stella de straat uit waren stopte Tommy en vroeg aan Bram: "Bram hoe wist jij dat Tiffanie die gave bezit?" "Ik heb er iets over gelezen toen ik wat aan het zoeken was over rode irissen." Antwoordde Bram. Tommy en Stella knikten dat ze het begrepen, maar Stella vroeg nog wel of hij het haar zou willen laten zien.

De volgende ochtend belde Bram heel vroeg naar de moeder van Tiffanie en vertelde dat ze nog een keer langs kwamen. Hij vertelde haar ook dat het verdrijven van Agatha Alleera Zandra, geest van de kwelling die avond zou plaatsvinden aan het strand van de eerste gebeurtenis. De moeder van Tiffanie bedankte Bram en hing op. Bram belde meteen daarna Stella en Tommy op, legde hen uit wat hij wou gaan doen en wat natuurlijk ook nodig was voor het verdrijven en sprak daarna af bij de snackbar. Toen ze er allemaal waren liepen ze naar de Akelazee. Daar aangekomen lazen Bram en Stella de spreuk op en na enkele seconde verschenen Iris en Christa. Iris en Christa keken bij en vroegen tegelijk: "En hoe gaat het met het onderzoek?" Waarop Bram Tommy antwoordde: "Wel goed." En stak zijn hand uit om Iris goede dag te wensen, natuurlijk ging Iris eropin en zei toen: "Zo Tommy, niet meer bang?" "Nope." Antwoordde Tommy tevreden. "En ik kom er nou ook gewoon vort vooruit dat ik bang was. Er zijn trouwens wel engere wezens dan jullie." Voegde hij eraantoe. Waarop Iris antwoordde: "Dat klopt. Hebben jullie de dader van deze vreselijke gebeurtenissen al gevonden?" "Ja maar om haar te verslaan moeten wij de plaats weten waar het eerste ongeval heeft plaats gevonden." Antwoordde Stella. "Het eerste ongeval vond plaats bij het poenscheppers meer om precies 19.59 uur." Zei Iris. "Willen jullie verder nog iets weten?" Vroeg Christa. "Ja, eigenlik wel ja. Vinden jullie het erg om voorlichting te geven?" Vroeg Stella. "Nee tuurlijk niet. Maar waarom vragen jullie dat?" Vroeg Christa. "Nou de dader is een klein meisje genaamd Tiffanie. Maar eigenlijk is zij de dader ook weer niet. De echte dader die hierachter zit is Agatha Alleera Zandra, geest van de kwelling. En het meisje dat zij als marionet gebruikt heb ik beloofd dat als ze wat meer wilde weten dat ze ons dan moest bellen en wij met haar naar jullie zou komen." Antwoordde Bram. "Maar uuh, bedankt. We moeten nu wel weer gaan." Voegde Bram eraantoe. "Oké. Doei. We zien jullie nog wel een keer. Ooh, en van dat inlichten... Ja mag zoveel mensen meenemen als je wilt. Maar wel zonder kamera." Antwoordde Christa. Terwijl Bram instemmend knikte liepen Iris en Christa richting diepwater. Bram, Tommy en Stella renden zo snel ze konden naar Nightshof 86a. Voordat ze konden aanbellen deed de moeder van Tiffanie al open, ze keek behoorlijk droevig en zei: "Tiffanie heeft zichzelf vanacht in haar kamer opgesloten en nu geeft ze geen antwoord." "Ze is een slimme meid." Antwoordde Bram en voegde eraantoe: "Ze zal vast nog wel liggen te slapen." "Ik hoop het." Antwoordde de moeder van Tiffanie bezorgd. "Weet je wat... Bram en ik klimmen wel via de regenpijp omhoog en dan kijken we door het raam wat er in haar kamer gebeurt." Stelde Tommy voor. De moeder van Tiffanie stemde ermee in maar ze moesten wel een ladder gebruiken. Bram en Tommy klommen naar boven en keken door het raam om te kijken wat er aan de hand was. Tommy die als eerste de ladder op klom, schrok zo dat hij er bijna vanaf viel. Bram keek ook door het raam en zag dat het ernstig was. Hij vroeg of ze het raam in mochten slaan en dat mocht. Terwijl Tommy het raam in sloeg, gingen Stella en Tiffanie's moeder naar binnen en rende zo snel ze konden naar het kamertje van Tiffanie. Tommy maakte de deur open terwijl Bram nog naar binnen klom. Bram keek meteen of alles goed was met Tiffanie. Gelukkig werd ze wakker en was er niks ernstigs aan de hand. Behalve wat schrammen mankeerde ze namelijk niks. "Wat is er gebeurd?" Vroeg de moeder van Tiffanie overstuur aan haar dochtertje. Tiffanie vertelde dat Agatha Alleera Zandra, geest van de kwelling, kwaad was op haar. Ze wist niet waarom maar Agatha keer op keer -Waarom. Waarom - bleef zeggen. En op gegeven moment begon ze te schreeuwen dat ik haar verraden had. Ik had haar verraden doodrat ik met jullie praatte. "Maar hoe kon ze dat dan weten?" Vroeg Stella. "Ja, ze zou toch iedere avond in de Caherrte-Quntiyst rotsen verscholen houden?" Vroeg Tommy. Toen zei Bram: "Ik snap er ook niks van. Agatha kan niet tegen zonlicht en voor zover ik weet was het gisteren licht toen wij hier waren." De moeder van Tiffanie keek droevig naar beneden en zei: "Toen Tiffanie voor het eerst bezeten was, kwam ze van een feestje af. Ze was uitgenodigd op een feesje voor school. Het was een slaapfeestje, maar Tiffanie moest de volgende dag alweer vroeg op. Dus kon ze niet blijven slapen. Ik heb achteraf nagevraagd of ze rare dingen hadden gedaan want Tiffanie kon niet goed meer slapen, natuurlijk zeiden ze dat er niks was gebeurd. Ze zeiden dat ze wat films hadden gekeken, maar dat waren kinderfilms of komische films. Tiffanie was constant bang. Die avond dat ik terug kwam van de familie die het feest hield zei ze mij dat ik alle gordijnen dicht moest laten of er zou iets ergs gebeuren. Dus sindsdien heb ik de gordijnen dicht." "Heb je ze nu weer open?" Vroeg Stella onzeker. "Nee, dat niet." Antwoordde de moeder van Tiffanie en zei toen nog: "Het kan nu ook niet. Stel dat Agatha er zit. Wat moet ik dan doen?" "Ze zal je niks doen als je haar niet aankijkt. Zeg hardop - Je bent er niet, je kunt me niks doen - keer op keer en ren snel naar de gordijnen en doe ze open. Het zal haar verwarren ook al heeft ze het zojuist gehoord." Zei Bram. Tiffanie's moeder deed wat Bram gezegd had en ze kon zo langs Agatha op rennen. Ze deed de gordijnen open en zetten er ook meteen de ramen bij open voor wat frisse lucht. "Zo, nu Agatha hier weg is kunnen we het plan bespreken." Zei Tommy opgelucht. "Dat klopt." Reageerde Stella even opgelucht als Tommy en zei tegen Bram: "Je hebt toch wel een plan bedacht?" "Tuurlijk!!" Antwoordde Bram en ging verder met: "Ik hoef nog maar 1 ding te weten... En dat is, wat voor spelletje jullie hebben gespeeld." En keek Tiffanie aan waarop zij antwoordde: "Ik weet niet hoe het spelletje heette, maar het was iets met kaarsen en dat je in een kring moest gaan zitten en elkaars hand vast moest houden." "Juist." Zei Bram en vroeg toen: "Weten jullie nog waar deze meiden wonen? We hebben ze namelijk nodig voor het verdrijf." Aan Tiffanie en haar moeder. Waarop de moeder antwoordde: "Ja, kom maar mee dan laten we het jullie zien." Bram, Tommy en Stella liepen met Tiffanie en haar moeder mee naar het huis waar ze de geest hadden opgeroepen.

Toen ze er waren belde ze aan, een beleefde vrouw deed de deur open en zei: "Kan ik jullie helpen?" De moeder van Tiffanie zei toen: "Ja is u dochter thuis." De vrouw knikte en gebaarde dat ze binnen mochten komen. Toen vroeg ze: "Willen jullie iets te drinken?" "Ja graag." Antwoordde Stella, de rest knikte instemmend en gingen zitten. De kinderen kregen een glaasje fris en de moeder van Tiffanie kreeg een kopje thee. De vrouw ging onder aan de trap staan en riep: "Janice, bezoek!" De vrouw liep weer naar de keuken en haalde nog een glas fris en een kopje thee. Na een paar minuten kwam Janice naar beneden en zei: "Wie is er?" Toen ze doorliep zag ze al gou dat het Tiffanie en haar moeder waren, maar ze was wel verrast toen ze Bram, Tommy en Stella zag. Janice ging zitten en vroeg aan Bram en Stella: "Zijn jullie niet familie van Iris en Christa?" "Ja dat zijn we." Antwoordde Bram rustig en voegde eraantoe: "Maar we zijn hier niet echt om even vrolijk te kletsen." Janice keek Bram verward aan en vroeg toen: "Waarvoor zijn jullie dan hier?" "Wij zijn hier omdat jij en je vrienden met een feesje waar Tiffanie ook bij was een geest opgeroepen. Deze geest neemt nu iedere avond het lichaam van Tiffanie over." Legde Tommy met een serieus gezicht uit. De moeder van Janice keek Janice boos aan, waarop zij zei: "Ik wist niet dat het gevaarlijk was, anders had ik het niet gedaan. Eerlijk niet!" Stella stelde Janice gerust door te zeggen: "Het is nog niet zo heel erg. Er zijn wel al wat dingen gebeurd sinds dat Agatha bevrijd is. Maar oproepen doe je altijd met iets van de geest in hun voorgaande leven." Janice keek verward naar Bram, Tommy en Stella en zei toen: "Hebben jullie soms het leven van Iris en Christa overgenomen? En wie is Agatha?" "Agatha is een geest van kwelling. Ze nam het lichaam over van een mens en gebruikt deze voor de ergste dingen. En nu is het zo dat Agatha het lichaam van Tiffanie heeft overgenomen en het kan erger worden dan dat het al is als wij niet te weten komen waar we voor gekomen zijn." Legde Tommy uit. Janice keek geschokt. "Zeg maar wat ik moet doen om te helpen." Zei Janice. "Zoals eerder gezecht moet je een geest oproeppen met iets dat van hen was in hun voorgaand leven. Nou is aan jou de vraag: heb je het voorwerp nog?" Zei Stella. Janice zei een poosje niks terwijl ze naar de grond keek. Na een paar minuten stilte keek ze Bram, Tommy, Stella, Tiffanie en beide moeders aan en zei toen bijna huilend: "Ik heb de spullen niet. Die waren van Marsha." "Kun je haar niet bellen?" Vroeg de moeder van Janice. "Dat kan ik wel, maar het heeft geen nut. Ze zou vandaag gaan winkelen met haar moeder." Antwoordde ze. "Maar dat is hier vlak bij." Reageerde Tommy bijdehand. Iedereen stond op en ging naar het winkelcentrum om Marsha te zoeken.

Daar aangekomen stonden ze midden op een van de vele pleintjes toe Janice zei: "Weet je dat dit uren kan gaan duren." "Niet als we het slim aanpakken." Zei haar moeder wijzend naar het politiebureau. Waarop Bram grijzend antwoordde: "Jij was vroeger zeker de gene die een typisch geval van bijdehand was. Kom op dan gaan we erheen." Iedereen rende naar het politiebureau en keken daar even rond om te kijken of er ergens een bel hing, want er zat niemand. Net toen ze het wouden opgeven en wouden gaan kwam er een agent aangelopen. "Goede dag. Kan ik u ergens mee helpen?" Vroeg de agent geleefd. "Ja. Er loopt hier een meisje rond dat wij dringend moeten hebben." Antwoordde de moeder van Janice. "Sorry Mevrouw, maar we kunnen niet zomaar iemand omreppen." Zei de agent afwijzend. "Agent alstublieft. Als we haar niet op tijd vinden gaat dit meisje misschien dood." Loog Stella. De agent keek naar Stella, die zo ernstig mogelijk keek. "Oké dan. Hoe heet dat meisje dat jullie moeten hebben?" Vroeg de agent. "Ze heet Marsha Weiss." Antwoordde Janice vlug. Terwijl de agent de naam omrep gingen Janice, Bram, Tommy, Stella en Tiffanie buten staan om te kijken of ze er al aankwam. Na een half uurtje kwam Marsha aanlopen met haar moeder. Als Marsha Janice ziet staan kijkt ze een beetje verward en vraagt: "Eeh, wa doe jij hier:" "Wij hebben jou laten omroepen. Het gaat om die avond van het feestje." Antwoordde Janice. De moeder van Marsha keek ook behoorlijk verward toen Janice dat zei en ging naar binnen. De agent keek haar aan en zei met een opgetrokken wenkbrauw: "Bent U Marsha Weiss?" "Nee, maar mijn dochter wel. Die staat buiten te praten met haar vriendin en een paar kinderen Zei de moeder van Marsha. "We moeten weer gaan. Bedankt voor uw hulp." Zei de moeder van Tiffanie tegen de agent die zijn hoofd knikte en zei: "Graag gedaan. Het hoort bij mijn werk." Bram, Stella, Tommy, Tiffanie, haar moeder, Janice en haar moeder en Marsha en haar moeder liepen samen naar een pleintje en gingen daar zitten. De moeders van Janice en Tiffanie stelde de moeder van Marsha gerust en legde haar alles uit. Ondertussen legt Janice aan Marsha uit wat ze ervan kan uitleggen. De rest legden Bram, Stella en Tommy aan haar uit. Marsha keek nog steeds een beetje verward en zij toen: "Maar mam heeft die spullen ergens neergelegd, omdat ik er niet aan mocht komen." Bram, Stella, Tommy en Tiffanie gingen met Marsha naar haar moeder waaraan Marsha vroeg: "Mam die spullen die ik niet mocht hebben. Waar zijn die. Hun hebben die nodig om een geest uit Tiffanie's lichaam te verdrijven." De moeder van Marsha keek haar boos aan en zij: "Die spullen blijven waar ze zijn voordat ze nog meer schade aanbrengen." "Mevrouw Weiss, als u die spullen laat waar ze ook mogen liggen dan word het alleen nog maar erger. Deze geest pleegt moorden via Tiffanie's Lichaam en blijft doorgaan. Wij willen deze geest verdrijven en dat moet vanavond en MET die spullen." Legde Tommy geïrriteerd uit. "Dat kan wel zo zijn jongen maar ik ben te oud om nog in geesten te geloven. Ik heb er nooit in geloofd en dat doe ik nu ook niet." Zei de moeder van Marsha. De moeder van Tiffanie keek teleurgesteld naar de moeder van Marsha en zei: "Mevrouw het is echt waar. Door die geest heeft zij dit gedaan." En wees naar de striemen in haar nek. De moeder van Marscha keek kwaad naar de moeder van Tiffanie en zei toen: "Hoe kunt u, u kind de schuld geven van zoiets. Iedereen weet al dat uw man dat heeft gedaan." "Wat weet u nou van wat mijn man doet en wat niet!! Hij is een goede vader en man en ik geef mijn kind helemaal niet de schuld hiervan. Ik zei duidelijk dat de geest die iedere avond bezit van haar neemt dit heeft gedaan! Tiffanie probeerde er zelf ook tegenin te gaan door zichzelf op te sluiten in haar kamer en toen heeft Agatha Alleera Zandra, geest van kwelling haar te pakken genome! En heb jij het trouwens niet altijd over die goede ouwe tijd waar jou bedovergrootmoeder altijd alles zo geweldig deed! En heette die bedovergrootmoeder ook niet heel toevallig Agatha?!" Zei de moeder van Tiffanie beledigt. De moeder van Marsha keek haar verbaasd maar ook een beetje bang aan en zei: "Sorry, ik wist niet dat je boos werd." "Boos, boos? Ik ben razend! Het wordt tijd dat jij wel in geesten gaat geloven want jij komt bij de uitdrijving van de geest die gebruik maakt van mijn dochtertjes lichaam en jij geeft die spullen! Het is wel JOU o zo'n goede bedovergrootmoeder die gebruik van haar maakt!" Zei de moeder van Tiffanie kwaad. Bram, Stella, Tommy, Tiffanie, Janice en Marsha keken verbaasd en begonnen half te lachen om de reactie van de moeder van Marsha die stijf op het bankje zat. "Oké. Ik help, maar je zult zien dat ik gelijk heb en er helemaal geen geesten bestaan." Zei ze vervolgens. De moeder van Marsha stond op en begon te lopen. Iedereen volgde haar en ging mee naar het huis van Marsha. Daar aangekomen gingen ze in de huiskamer zitten terwijl de moeder van Marsha de ketting, de broche, een haarspeld en een klein blaadje met de foto erop geplakt met wat tekst eronder. Die tekst was 'Dat je vooreeuwig zult leven.' Met deze woorden wisten Bram, Tommy en Stella dat het een vloek was en dat ze niet zo lief, leuk en aardig was als ze leek. De moeder zag dat Bram, Tommy en Stella elkaar aankeken met een blik dat ze alle drie hetzelfde dachten. Toen vroeg de moeder van Marsha: "Wat is er?" Bram, Tommy en Stella keken op en zeiden tegelijk: "Uw bedovergrootmoeder is vervloekt." "Wat we bedoelen is dat iemand met die foto uw bedovergrootmoeder heeft vervloekt dat ze eeuwig zou leven. Dat betekent dat ze als geest verder leeft als ze overlijdt. Dus nadat ze overleed gebeurde er veel rare dingen hier in huis, nietwaar? En er waren veel mensen die dachten dat u gek was. Maar u zag echt iets... Dat wat u iedere keer zag was de geest van uw overleden bedovergrootmoeder. Zij is een kwelgeest geworden omdat ze er niet mee om kon gaan. Ze merkte dat ze niet echt dood was en dacht dat jullie haar negeerde. Dus werd ze kwaad en begon u gek te maken." Ging Stella verder. "Ja, en dat lukte haar zo gemakkelijk omdat u niet in geesten gelooft. Maar dat was eigenlijk niet waar, want u geloofde eigenlijk wel in geesten. Maar u wou het niet toegeven en zij wou u bereiken. Maar omdat u het bleef weigeren werd ze kwaad en zo werd zij een kwelgeest die door oproeping een lichaam kan gebruiken om allerlei dingen te doen." Voegde Bram eraantoe. Tiffanie keek met grote ogen naar het raam en zei tegen Bram, Tommy en Stella dat ze eraan kwam. Waarop Bram zei: "Je kunt haar aanwezigheid afwijzen." "Ik denk dat ze iets wil zeggen tegen Mevrouw Weiss. Voor een laatste keer mag ze 5 minuten gebruik maken van mijn lichaam als ze er langer in blijft dan moet je met de felste lamp op me schijnen die hier is. Dat weet ik nog van de avond dat ik jullie achtervolgde vaar dat café-tje bij het strand, ze ging weg door die lichten." Zei Tiffanie vastbesloten. "Oké. Het is jou mening en zo te horen kunnen wij die toch niet veranderen, maar ik wil wel eerst weten waarom je dat denkt." Antwoordde Bram. "Nou ik voel gewoon dat het oké is." Zei Tiffanie. Tiffanie liet Agatha nog een laatste keer gebruik maken van haar lichaam, terwijl Agatha in het lichaam ging, ging Marsha de felste lamp zoeken die er was. Ze kwam terug met haar vaders bouwlamp, die ze schuin tegenover Tiffanie zette en zelf bij het stopcontact zitten. Intussen was Agatha in Tiffanie en begon tegen de moeder van Marsha te praten. "Kindje van me, waarom heb je mij genegeerd. Ik heb je altijd goed behandeld en toen ik contact wou zoeken met je wees je me af. Hoe kon je?!" Zei ze boos en teleurgesteld tegelijk. Net toen Agatha naar de keel van Mevrouw Weiss wou grijpen deed Marsha de bouwlamp aan. Agatha verdween met een felle schreeuw uit het lichaam van Tiffanie. De moeder van Marsha at geschokt in haar stoel en keek naar Bram, Stella en Tommy. "Probeerde ze mij nou te vermoorden of word ik echt gek?" Vroeg ze na een paar minuten. "Nee u wordt niet gek want ze probeerde u inderdaad te vermoorden." Antwoordde Janice behoorlijk bijdehand en met een gemene grijns op hoor gezicht. Mevrouw Weiss gaf een doosje aan Stella waar ze de spullen in had gedaan en vroeg of ze wouden gaan. Bram, Tommy, Stella, Tiffanie, Marscha en Janice en hun moeders stonden op en liepen naar de deur. "Waar denk jij naar toe te gaan?" Vroeg Mevrouw Weiss aan Marsha. "Ik ga met hun mee. Het is ook mijn schuld en als ik kan helpen dan doe ik dat. Dus ga ik voor de zekerheid mee. Ze liepen met z'n alle naar buiten waar Bram aan Stella vroeg: "Stella het jij de spreuk?" "Ja, die heb ik in mijn zak." Antwoordde Stella en liep richting strand. "Stella mogen we de spreuk eerst nog even zien?" Vroeg Tommy. "Natuurlijk." Antwoordde Stella. Ze gingen met z'n alle bij elkaar staan en keken op het blaadje. Toen zei Tiffanie: "Moet ik ook iets alleen zeggen???" "Ja, maar je kunt gewoon rustig blijven. Want wij blijven er bij, we gaan echt nergens heen." Zei Bram geruststellend. Tiffanie keek bram en de rest aan en knikte dat het goed was.

Op het strand aangekomen legde Stella een dekentje neer en zei tegen Tiffanie dat ze er in het midden op moest gaan zitten. Wanneer Tiffanie zat legde Stella de ketting, de broche, de haarspeld en het blaadje met de foto om haar heen. Bram had tegen de rest gezecht dat die maar op een heuveltje moesten gaan zitten als Tommy, Stella en hij de spreuk met Tiffanie oplazen. Bram en Tommy liepen naar Stella en Tiffanie. Samen met Stella gingen Bram en Tommy in een kring om Tiffanie heen staan. Toen vroeg Bram nog aan Tiffanie: "Ben je er klaar voor" Tiffanie knikte terwijl ze een blaadje kreeg met de tekst erop die zij moest zeggen. Bram, Stella en Tommy begonnen en zeiden:
“Wij roepen de geesten van kwelling aan.
Wij roeppen U aan Agatha Alleera Zandra, geest van kwelling
Wij zullen verbannen. Wij –Bram Jansu, Stella Xavier en Tommy Hal- verbannen u Agatha uit het lichaam van dit jong meisje.
Wie U als goedkoop speeltje gebruikte.”

Nu was Tiffanie aan de beurt. En ze zei vol overtuiging de volgende tekst:

“Ik roep U aan Agatha Alleera Zandra. Ik roep u om u te verbannen uit mij.
Mij die U gebruikt heeft als marionet, als een ding.
Ik weiger langer in uw bezit te zijn. Verdwijn!”

Nu waren Bram, Tommy en Stella weer:

“U nam bezit van Tiffanie Wahlbergs lichaam in het huis van Janice Aston en misbruikte dit Lichaam voor de eerste keer voor de moord op een onschuldige jongen bij het Poenscheppersmeer om precies 19.59 uur. U zult boetten voor U daden. U zult gaan. U zult geen kwaad meer doen. Wij sluiten U op. Wij verbergen uw krachten voorgoed. Wij verdrijven U, Agatha Alleera Zandra, uit het lichaam van Tiffanie Wahlberg. Vervloekt zul U worden bij deze opsluiting.”

En als laatste riepen Bram, Stella, Tommy en Tiffanie samen:

Verdwijn!!!

Agatha kwam bij de eerste zin die gezecht werd al en vloog rondjes om Bram, Stella Tommy en Tiffanie. Wanneer ze in het lichaam van Tiffanie wou gaan verdreef ze haar en aan het eind van de vloek verdween ze en haar krachten kwamen in een kegelvormig flesje te zitten dat ergens diep in de zee viel.

Zonder dat ze het wisten waren er veel mensen die hadden gezien wat er gebeur was en vroegen hoe het kon dat zij de geesten ook konden zien. Bram, Tommy en Stella namen alle mensen die iets van de verdrijving hadden gezien naar de Akelazee en legde hen alles uit met behulp van Iris en Christa. Tiffanie hielp nog veel geesten door boodschappen door te geven van geesten aan de mensen die van hen hielden in het leven dat ze voor hun geestenbestaan hadden.

Einde.

Comments

Comments (0)

You are not authorized to comment here. Your must be registered and logged in to comment