Username   Password  
Remember   Register   |   Forgot your password?

Chapter 1 - Aliste

I don't know what will happen jet. But I'm working on it. BTW if you wanna know what the summery is, just read it ;P. P.s. It's Dutch!

Chapter 1 - Aliste

Chapter 1 - Aliste


Chapter 1

Aliste



Warmte. Nee hitte!!! Overal. Donker en dan weer licht. Vlammen! Een enorme knal. Een schreeuw om hulp!!! Maar niemand die kwam helpen. Minuten leken uren te duren. En de vlammen waren al bijna bij haar. Ze probeerde weg te komen, maar als je pas 2 jaar oud bent, wil dat natuurlijk niet.

Verderop waren haar ouders. Waarom kwamen ze haar niet halen, waarom kwam er nou geen hulp. Met het laatste van al haar krachten gooide ze er nog een laatste gil uit. En het laatste dat ze hoorde, waren stemmen die schreeuwden. Toen werd alles zwart.

Met een schok schrok ze wakker. Helemaal bezweet lag ze in haar bed. Hijgend probeerde ze te bedenken waar ze ook al weer was. En de stem van Wilsen, de eigenaar van het café waar ze werkte, bracht haar snel bij haar positieven.

“Opstaan! Je bent al weer te laat! Hup, er is werk aan de winkel!”. Met een zucht ging ze zitten en keek op haar wekker. Kwart voor 6. De wekker was nog niet eens afgegaan.

Langzaam en nog steeds erg slaperig kleedde ze zich en ging zich wassen. Op naar weer een lange dag in het café.

Rond 6 uur meldde ze zich bij Wilsen, die haar meteen de opdracht gaf alle bestellingen op te nemen. Dit deed ze zonder protest, aangezien ze zijn slaaf was. Dat zit namelijk zo; toen ze 2 jaar was, hadden zij en haar ouders een ongeluk. Haar ouders kwamen helaas om het leven, maar zij bleef wonder boven wonder leven. Ze werd ondergebracht bij familie Servere, het gezin van Wilson. Ze behandelde haar niet als hun kind, maar als hun slaaf. Al vanaf haar vierde moest ze helpen in het café. Eerst in de keuken en later ook in de bediening.

En de enige reden waarom ze er niet vandoor is gegaan, is omdat ze verder toch geen familie heeft. Zo werkte ze hier nu al vier jaar.

In gedachten verzonken liep ze langs de tafeltjes, ze kwam pas weer terug op aarde toen ze tegen een tafeltje aan liep en er voor zorgde dat het bosbessensap over de tafel liep.

Met een verschrikt gezicht probeerde ze de boel een beetje op te ruimen, maar het leed was al weer geleden. Woedend stond de vrouw van wie het drank je was op en stampte het café uit. De paar andere gasten die er waren, keken haar naar en een paar schudden hun hoofd.

Met een rood hoofd van schaamte ruimde ze het tafeltje af en bracht de spullen naar de keuken. Maar in de deuropening werd ze tegengehouden door een woedende Wilsen. “Waar denk jij dat jij mee bezig bent? Zomaar even mijn klanten wegjagen!”. “Het spijt mij heel erg, meneer. Ik was er met mijn hoof niet helemaal bij, geloof ik.”, probeerde ze nog. “Het is je geraden dat het je spijt. Nog 1 keer jongedame en je kunt zeker vertrekken. Dan verkoop ik je gewoon aan de eerste de beste persoon die jou wil hebben. En nu, hup aan het werk!!!”.

“Ja meneer. Goed meneer. Zal ik doen meneer.”, zei ze met een klein stemmetje en ze vluchtte meteen de keuken uit.

De rest van de dag ging wel aardig goed. Met hier en daar een persoon die vond dat de biefstuk te taai was, maar die werd meteen weer door gestuurd naar de keuken.

Pas tegen de avond werd het echt druk en liep het echt storm.

Als de mensen niet op tijd waren of niet gereserveerd hadden konden ze er helaas niet meer bij. Op een gegeven moment was het zelfs zo druk dat het meisje met eten voor 3 verschillende tafels rondliep en dan vonden de gasten het nog gek dat ze het per ongeluk bij de verkeerde tafel bracht.

Gelukkig werd het rond half acht ietsie pietsie rustiger en waren er wat plekjes vrij voor nieuwe klanten.

Rond acht uur stopte er voor het café een vreemd voertuig. Het leek op een auto, maar het had aan elke kant een vleugel met een straalmotor zitten. En de mensen die er uitstapten waren op zichzelf al net zo raar.

Het waren 8 personen, waarvan er 7 een menselijk uiterlijk hadden en 1 een combinatie van een tijger en een mens. Maar allemaal droegen ze dezelfde kleding.

Tot haar verbazing liepen de vreemdelingen het café binnen en vroegen doodnormaal of er ook een plekje was, waar zij konden eten.

Natuurlijk was er een plekje, want aan zo'n gezelschap kun je flink verdienen. Zo dacht Wilson altijd. Wilson gaf de opdacht om een grote tafel achter in klaar te maken. En terwijl de bediening daar in allerijl mee bezig waren, namen de gasten de nieuwkomers eens goed op. Er was iets aan ze dat hen niet beviel.

Comments

Comments (1)

You are not authorized to comment here. Your must be registered and logged in to comment