Chapter 7 - vreemde

Als jij voorbij loopt is het niet mijn vader die ik voorbij zie lopen,

Als je iets zegt is het niet mijn vader die ik iets hoor zeggen.

Als je me aankijkt is het niet mijn vader die mij aankijkt.



Deze gedachten zetten mij aan het denken,

Wat is er gebeurd in die korte tijd dat je weg was,

Voordat je wegging zag ik je nog als mijn vader,

maar nu je terug bent zie ik je als een vreemde,



ingebroken in mijn leven,

bemoeiend met mijn moeder,

nam jij de plaats van een vader in.



Er viel niet veel anders te doen dan het te accepteren.



Ik had er geen problemen mee tot nu,

Nu valt het me pas op.



Ik heb geen vader nodig nooit gehad.

Ik moest me altijd zonder redden,

Degene die mijn vader moesten voorstellen waren klootzakken,

Niets meer en niets minder

Ik jou er ondertussen ook al tussen gezet,



Je bent wel niet zo erg als de rest maar toch.

Altijd dreigen en altijd doen.

Ik ben het zat.

Echt ik heb het helemaal gehad.

You are not authorized to comment here. Your must be registered and logged in to comment